Invloed aspartaamindustrie op het Wetenschappelijk Comité voor de Voeding (SCF) van de Europese Commissie Deel 1

Er is sinds 2002 niets verandert. Het is nu 2014 en aspartaam is wederom goedgekeurd

* Door: Mark D. Gold *Aspartame Toxicity Information Center*
12 East Side Dr., Suite 2-18
Concord, New Hampshire, 02139 USA
1-603-225-2110
http://www.holisticmed.com/aspartame/

Lay-Out en Vertaling: Ed Gunneweg

Onafhankelijke analyse van het "Oordeel van de Europese Commissie, wetenschappelijk comité voor de voeding: Update over de veiligheid van aspartaam / E951" (SCF 2002)

* "Aspartame Toxicity Information Center" werd opgericht door Mark D. Gold. Er werd geen subsidie ontvangen van de voedingsindustrie voor enig werk verricht door de auteur of door het 'Aspartame Toxicity Information Center'.

INHOUDSOPGAVE

Introductie *

De invloed van de aspartaamindustrie en de wetenschappelijke Commissie voor de voeding *

Het Wetenschappelijk committee voor de voeding leest geen onderzoek *

Aspartaam en Formaline vergiftiging *

Aspartaam en Migraine / Hoofdpijn *

Aspartaam en Epilepsie *

Aspartaam en Hersentumoreen *

Aspartaam en invloed op de voortplanting *

Aspartaam en Gedrag, Kennis, Stemming *

Aspartaam en andere Effecten *

ADD/ADHD en gedrags onderzoek: Aspartaam and kinderen

Conclusie *

Introductie

In 2001 verzocht het Voedingsbureau van Groot Brittanië dat de Europese wetenschappelijke Commissie voor de voeding opnieuw onderzoek zou doen naar de kunstmatige zoetstof Aspartaam / E951 (FSA 2001a). De wetenschappelijke Commissie voor de voeding werd gevraagd om meer dan 500 wetenschappelijke artikelen te bestuderen die waren gepubliceerd tussen 1988 en 2000 en alle andere nieuwe wetenschappelijke onderzoeken die voordien niet onderzocht waren door de Commissie (FSA 2001b). Op 10 december 2002, publiceerde de wetenschappelijke Commissie voor de voeding zijn definitieve rapport (SCF 2002).

Dit artikel zal bewijzen dat:

  1. Leden van de Europese wetenschappelijke Commissie voor de voeding ethische en financiële belangenverstrengeling zouden hebben met de voedingsindustrie waardoor ze uitgesloten zouden moeten zijn van deelname aan de Commissie

  2. Leden van de Europese wetenschappelijke Commissie voor de voeding de meeste van de onderzoekgegevens, die ze aanhaalden, niet hebben gelezen.

  3. Het rapport onafhankelijk onderzoek die betrekking had op aspartaam negeerde en volledig vertrouwden op regelmatig aangehaalde artikelen in boeken en overzichten samengesteld door medewerkers of adviseurs van de aspartaamfabrikanten (Monsanto en Ajinomoto).

  4. Aspartaam gebruikers worden blootgesteld aan aanzienlijke hoeveelheden formaline, waarvan door onafhankelijk onderzoek is aangetoond dat het zich ophoopt in het gehele lichaam.

  5. Onderzoek dat door de aspartaam fabrikanten werd gesponsord zodanig is samengesteld dat ze de mogelijkheid om nadelige effecten te ontdekken vermijden, toch accepteerde de Commissie deze onderzoeken zonder verder vragen. In tegenstelling daarmee staat dat bijna al het onafhankelijke aspartaamonderzoek bij mens en dier aangaf dat het problemen kan veroorzaken.

  6. Onderzoek bij mensen en gepubliceerd in klinische rapporten in de medische literatuur, die aspartaam in verband brengen met fibromyalgie, epileptische insulten, paniek aanvallen, manie, hersentumoren, migraine/hoofdpijn, duizeligheid, depressie, geheugen verlies, netelroos, onregelmatige hartslag en veel meer andere symptomen, werden grotendeels genegeerd door de Commissie.

Referenties van deze analyse staan aan het eind van dit rapport.

De invloed van de aspartaamindustrie op de wetenschappelijke Commissie voor de voeding

A. Belangenverstrengeling en corruptie van de voedingsindustrie - Verenigde Staten

Wetenschap verliest geloofwaardigheid. Belangenverstrengeling, verdraaide onderzoeken en geheimzinnigheid ondermijnen de reputatie van de wetenschap en het onbevooroordeeld zoeken naar de waarheid".

"Wetenschappelijke adviseurs die door de industrie worden betaald, maar die optreden als wetenschappelijke professoren getuigen regelmatig voor het congres en federale controle bureau's en denken er niet aan om hun relatie met de industrie uit de doeken te doen. Wetenschappelijke afdelingen van openbare universiteiten sluiten miljoenen contracten af met privéondernemingen, toch worden er weinig feiten bekend over de aard van zulke overeenkomsten. Medische- en andere wetenschappelijke tijdschriften publiceren allemaal zeer regelmatig artikelen zonder zelfs maar grote belangenverstrengelingen voldoende bekend te maken." [Collins (2000) - Directeur van het wetenschappelijk project over integriteit aan het centrum voor Wetenschap in het openbaar belang].

De Verenigde Staten maakten omkoperij van regering- en wetenschappelijke Commissies door de voedingsindustrie in de jaren '70 bekend. In een artikel in het tijdschrift Science (1972), werd uit de doeken gedaan dat de Commissie bescherming van de voeding van het National Academy of Sciences (NAS) gefinancierd werd door de voeding-, chemische- en verpakkingsindustrie. De (FDA) Food en Drug Administration vertrouwde op de NAS-Commissie voor "onafhankelijke" informatie. De voorzitter van de NAS- Commissie die monosodium glutaminaat (MSG) onderzocht heeft kortgeleden deelgenomen aan onderzoek dat gedeeltelijk gefinancierd werd door de MSG industrie. Na die tijd zijn verschillende regeringscommissies omgekocht door de plaatsing van door de voedingsindustrie betaalde adviseurs in deze Commissies (Samuels 1999, Collins 2000).

B. De wereldwijde belangenverstrengeling en corruptie van de voedingsindustrie

Op 9 januari 2003, meldde The Guardian dat zij in het bezit waren van een vertrouwelijk rapport met betrekking tot specialisten van de voedingsindustrie die de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) en de landbouwkundige Organisatie (FAO) hadden geïnfiltreerd (Guardian 2003). Het rapport onthulde dat:

  1. De voedingsindustrie wetenschappers die hun zienswijze gunstig gezind waren probeerde te plaatsen bij de WHO en FAO Commissies.

  2. Ze niet regering organisaties financieel ondersteunden die waren uitgenodigd voor formele besprekingen over belangrijke onderwerpen bij de Verenigde Naties (UN).

  3. Ze financierden onderzoek en politieke groepering die hun zienswijze ondersteunden.

  4. Ze financierden personen die de ""anti-regelgeving ideologie" naar het publiek toe konden aanmoedigen, bij voorbeeld in krantenartikelen.

"Een door de industrie geleide organisatie, het International Life Sciences Institute (ILSI), heeft zijn specialisten en specialisaties geplaatst in het gehele spectrum van de voedings- en tabaksbeleid: bij besprekingen, bij FAO/WHO beleidscommissies over voeding en binnen de WHO, tijdschriften en technische instructies." (Guardian 2003)

Het International Life Sciences Institute (ILSI) is een industriegroep opgericht in 1978 door Coca-Cola, Pepsi-Cola, Heinz Foundation, General Foods, Kraft Foods (eigenaar Philip Morris), en Proctor & Gamble. De fabrikanten van Aspartaam, Monsanto en Ajinomoto, hebben vertakkingen in verschillende delen van de wereld die aparte lidmaatschappen hebben van de ILSI (ILSI 2003, Guardian 2003). De ILSI financiert onderzoek naar aspartaam en andere industriële ondernemingen. De aspartaam Commissie van de ILSI is samengesteld uit de firma NutraSweet, Ajinomoto, Coca Cola, Pepsico, Royal Crown, Seven-Up en andere bedrijven van aspartaam bevattende produkten [Gordon 1987]. De producenten van aspartaam dreigden om de financiering van het ILSI onderzoek stop te zetten omdat een wetenschapper in het openbaar kritiek uitte over aspartaam (Wurtman 1987).

Regeringscommissies worden regelmatig omgekocht door bedrijven en industriële handelsorganisaties die in staat zijn om betaalde adviseurs of andere omgekochte mensen in de Commissies te krijgen. Monsanto en Ajinomoto uit Japen brachten aspartaam tussen 1980 en 1990 op de markt. Een vertrouwelijke memo die in handen kwam van GeneWatch gaf aan dat Monsanto degenen te beïnvloeden die in wetenschappelijke Commissies zitten met "wetenschappelijk bereik."

Wetenschappelijk bereik en controle droeg bij aan de zekerheid dat belangrijke internationaal erkende wetenschappelijke experts aangesteld werden bij het gespecialiseerde advies van de FAO/WHO over voedselveiligheid die kort geleden in Genève werd gehouden. Het advies en definitieve rapport gaven veel steun aan biotechnology, met inbegrip van steun voor de kritische rol van wezenlijke gelijkwaardigheid in de beoordelingen van de voedselveiligheid, antibiotische weerstandtekens die in deze produkten worden gebruikt en het voorbehouden van dierlijke voedingsstudies om specifieke vragen te stellen liever dan voor routineveiligheid "(Monsanto 2000)

Ajinomoto in Japan heeft enorm geprofiteerd door zeer belangrijke Commissies te hebben beïnvloed m.b.v., door de industrie-betaalde adviseurs (Samuels 1999)

C. Belangenverstrengeling bij het Wetenschappelijke Comité voor de voeding

Leden van het Wetenschappelijke Comité van de Europese Commissie voor de voeding hebben belangenverstrengeling bekend:

Volgens de Babymelk Actie, heeft de Britse partner van het Internationale Babyvoeding Netwerk, hebben vier leden van de Commissie -- Professor Ablert Flynn (Irelen), Professor Ronald Walker (Verenigd Koninkrijk), Wim H M Saris (Nederland), en Professor Anna Ferro Luzzi (Italië) verklaard dat -- "economische of ethische belangen" als schadelijk voor hun onafhankelijkheid zou kunnen worden beschouwd. (BMJ 2000)

Één lid van het Wetenschappelijke Comité van de Europese Commissie voor Voeding, Ronald Walker, was zeven (7) jaar Voorzitter van ILSI van hun Wetenschappelijk Comité van Toxicologie/Veiligheid van Voeding in Europa (Walker 2001). Een ander lid van de Commissie, W.H.M. Saris, is voorzitter van het Wetenschappelijke Comité van ILSI voor Voeding (NUTRIM 2000). Minstens de helft van de leden van de Commissie zijn betrokken geweest bij ILSI - projecten of hebben deelgenomen aan ILSI workshops (ILSI 1999).

Documenten van het Wetenschappelijke Comité voor n de Voeding (SCF) worden aangeboden zonder enige informatie die verband houd met eerdere of huidige financiële banden tussen leden van de Commissie en de voedingsindustrie. Ondanks de inspanningen door onafhankelijke organisaties, verstrekken de leden van het Wetenschappelijke Comité voor de voeding geen gedetailleerde boekhouding van hun banden met de voedingsindustrie zelfs nadat dergelijke banden werden ontdekt (BMA 1997)

D. Wetenschappelijk Comité voor de Voeding en het verdraaien van feiten

Bijna alle onafhankelijk uitgevoerde en gefinancierde Aspartaam onderzoeken van de Aspartaam fabrikant (en verwante handelsgroepen) hebben aspartaam in verband gebracht met ongunstige gevolgen of ongunstige biochemische veranderingen. Dit omvatte (b.v.) talrijke onderzoeken bij mensen, klinisch, dubbelblinde studies en proefdier onderzoeken (Walton 1996). Zoals in dit document wordt besproken, negeerde het Wetenschappelijke Commissie voor de Voeding veel van deze onafhankelijke studies of had negatieve opmerkingen over bijna al de onafhankelijke studies die zij vermeldden. Een enorm aantal rapporten over ernstige bijverschijnselen door Aspartaam werden verzonden naar regeringsvertegenwoordigers, klinisch specialisten en onafhankelijke organisaties (DHHS 1993, Roberts 1988a, Voedsel 1986, Walton 1988, ATIC 1998, ATIC 1997, ACSN 1997, AVSG 2003, NM 2003).

Aan de andere kant, keurde de Commissie bijna alle door de Aspartaam industrie-gefinancierde studies zonder enige negatief commentaar goed. In feite, vertrouwde de Commissie zwaar op, en haalde herhaaldelijk delen van, boeken en overzichten die door werknemers van de Aspartaamfabrikant werden geschreven en werden samengevat (b.v., Stegink 1984, Tschanz 1996, Butchko 1994, Butchko 2001).

Als tegenstelling, slaagde het Wetenschappelijke Comité voor de Voeding er in de verkoop te verbieden van de natuurlijke zoetstof, stevia voor delen van Europa (SCF 1999). Stevia is door de eeuwen heen gebruikt in Zuid- Amerika en vele decennia in Japan en Zuid-Korea (AHPA 1991). Er zijn geen ongunstige reacties gemeld van stevia gebruik (in tegenstelling tot een eindeloze stroom van ongunstige reacties door aspartaam gebruik). Aangezien stevia weinig calorieën heeft en veilig is voor diabetespatiënten, zou het een concurrent voor de aspartaamfabrikanten en andere kunstmatige zoetstoffen zijn. Een groot aantal proefdier studies werd uitgevoerd en toegevoegd aan het klinisch bewijsmateriaal dat aantoont dat stevia veilig is (AHPA, 1991, Stevia 2003, HRF 1993, Kinghorn 1988, Kinghorn 1992). Ondanks het contrast in onafhankelijk onderzoek en klinische rapporten tussen stevia en aspartaam, concentreerde de Commissie zich op een uiterst kleine subgroep van stevia proefdier studies waar ongunstige gevolgen bij enorm-grote dosissen werden gezien en zodoende een besluit werd genomen dat de verkoop van stevia voor een deel van Europa verbood.

E. -- Oplossingen voor het verdraaien van de feiten door het Wetenschappelijke committee voor de voeding

Sommige medische tijdschriften vereisten van auteurs om belangenverstrengeling voor te leggen en sommige van die tijdschriften zullen de relevante belangenverstrengeling samen met het tijdschriftartikel afdrukken (Krimsky 2001). De wetenschappers die het artikel lezen en een belangenverstrengeling zien kunnen het dan zeer zorgvuldig lezen om te zien of er gebreken zijn in het experimentele ontwerp, vergelijkt de resultaten met onafhankelijk onderzoek, of verkiest zelfs om dergelijke artikelen te negeren. Het Wetenschappelijke Comité van Voeding schijnt niet toe te geven vermijden dat er belangenverstrengeling bestaat zelfs nadat het werd ontdekt (BMA 1997).

Geschikte onmiddellijke veranderingen zouden kunnen zijn:

  1. Vereisen dat leden van de Wetenschappelijke Commissie voor de voeding een gedetailleerde verklaring betreffende belangenverstrengeling overleggen (en regelmatig herzien) bevattende:

    • Hebben de individuele leden of hun laboratoria geld ontvangen van bedrijven die aspartaam produceren/verkopen of andere produkten/ingrediënten waarvoor ze rapport uitbrengen.

    • Hebben de individuele leden of hun laboratoria geld ontvangen van de voedingsindustrie of handelsgroepen zoals ILSI of het International Glutamate Technical Committee (IGTC).

    • Hebben de leden een professionele relatie met verbonden bedrijven of handelsgroepen zoals het werken bij Commissies, leggen ze verklaringen af als getuige-deskundige.

    • Geschikte verklaring betreffende belangenverstrengeling zouden op internet gezet moeten worden en toegevoegd aan elk rapport dat dat gepubliceerd werd de Wetenschappelijke Commissie voor de voeding. Persverklaringen met bevindingen zouden een aangehechte verklaring betreffende belangenverstrengeling moeten hebben.

    De onmiddellijke veranderingen zullen het voornaamste probleem niet oplossen, daar de Commissie rapporten nog steeds duidelijk vervuild kunnen zijn met misleiding van de voedingsindustrie. De volgende stap in de oplossing van het probleem zou zijn om alle Commissieleden te vervangen door wetenschappers die hun onafhankelijkheid hebben bewezen, door de druk van de voedingsindustrie te weerstaan en de bereidheid om de bestudeerde onderdelen grondig te onderzoeken.

    Ga verder met het 2e deel

    Lees verder

Eigen links:

Partners
lees bewust verzameling onafhankelijke nieuwswebsites
Lees Bewust

Deze site is mede
mogelijk gemaakt door

Probleemloos e-mailen overal ter wereld
travelsmtp.com

Heeft deze site iets
voor u betekend?
Doneer dan een klein bedrag

Doneer!